Ga naar hoofdinhoud. Begin van de inhoud

Today’s Place – In gesprek met Johan Pas, Thom Puckey, Walter Van Beirendonck en Ronald Stoops

De jaren ’80 worden vaak voorgesteld als het tijdperk van postmodern individualisme, maar ook toen ontstonden er in België alternatieve, sociale kunstenaarsinitiatieven. In een context van politieke nalatigheid en een gebrek aan een structureel beleid namen kunstenaars het heft in eigen handen. Eén toonbeeld hiervan was Today’s Place, ontstaan in 1977 toen Jan Janssen en Rudolf Verbesselt een leegstaand pand kraakten in de Coppenolstraat. Op initiatief van Narcisse Tordoir groeit deze ruimte uit tot een radicaal multidisciplinaire ontmoetingsplaats waar kunst, performance, mode en muziek elkaar kruisen. Hoewel veel van deze initiatieven vluchtig en experimenteel waren, blijft hun impact voelbaar in de carrières van de betrokkenen én in het bredere kunstlandschap.

In het kader van de archiefpresentatie Today’s Place (14/02/2025 – 11/05/2025), ging M HKA in gesprek met vier gasten die elk op hun eigen manier betrokken waren bij of verwant met de geest van die tijd: Johan Pas, Thom Puckey, Walter Van Beirendonck en Ronald Stoops. We spraken met hen over hun persoonlijke ervaringen en de impact van zo’n vrijplaats.

Poster A Night of Pure Energy at Today’s Place (Antwerp). M HKA Archives

“Johan Pas — Doctor in de Kunstwetenschappen — Hoofd van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen ”

Kan je jezelf voorstellen?

Mijn naam is Johan Pas. Ik ben kunsthistoricus van opleiding en ik doe vooral onderzoek naar hoe kunstenaars in de loop der tijden hun werk bemiddeld hebben via tentoonstellingen, zelforganisatie, via publicaties. Dus ik ben heel hard geïnteresseerd in kunst, maar nog meer in de manier waarop kunst in de loop van de 20e eeuw en tot op vandaag, tot bij de mensen geraakt is. En kunstenaars hebben daar eigenlijk altijd een heel radicale positie bij ingenomen. Ik zeg wel eens vaak tegen mijn studenten dat avant-garde kunst te maken heeft met het feit dat kunstenaars zelf het initiatief namen. De eerste tentoonstelling van de impressionisten is daar een goed voorbeeld van.

Voor de rest ben ik ook een verzamelaar. Ik verzamel drukwerk van kunstenaars uit de 20e eeuw, vooral uit de jaren ‘60 en ‘70, onder meer van de punkbeweging. Daarnaast ben ik iemand die ook in het kunstonderwijs staat, al heel mijn leven eigenlijk. Ik gaf jarenlang kunstgeschiedenis, moderne en hedendaagse. Sinds 2017 ben ik hoofd van de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.

Je spreekt over kunstenaars die steeds radicale posities innemen. Hoe kijk jij naar Today’s Place? Uit welke noodzaak denk je dat die plek ontstaan is?

Een aantal oud-studenten van de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, met name Jan Janssen, Rudolf Verbesselt en Narcisse Tordoir, hadden elkaar leren kennen op de Academie, en waren zoals zoveel studenten een beetje gefrustreerd over de hele klassieke opleiding die ze daar hadden genoten, die nog heel sterk in de vroege 20e -eeuwse tradities paste, en zij besloten samen te werken.

Today’s Place beantwoordde in die zin eigenlijk aan een noodzaak dat ze een hub, een platform nodig hadden om die dingen te kunnen organiseren die ze elders niet konden organiseren, maar daarnaast ook dingen te tonen die ze zelf in het galerie circuit niet getoond kregen – het waren jonge kunstenaars – en ten derde ook gelijkgezinden uit te nodigen door het organiseren van concerten en het aanbieden van drank.

Het valt op dat in Antwerpen bijna elke generatie jonge kunstenaars met een soort frustratie uit de Academie komt, verbanden smeet en dan via plekken publiek of in de semipublieke ruimte dingen organiseert.

Tordoir, Verbesselt en Janssen namen toen ook echt afstand van hun klassieke opleiding door geïnteresseerd te geraken in performance, actieve zaken, geen klassieke kunstwerken tonen maar eigenlijk dingen on the spot doen. De slogan van de punkbeweging in de tweede helft van de jaren 70 was ook No Future. In die zin beantwoordt de naam Today’s Place ook bijna aan die slogan: No Future, Today. Dus wat er vandaag gebeurt, Today’s Place, wat er nu gebeurt is belangrijk.

Dus in die zin is Today’s Place een soort punk plek bijna. Niet alleen omwille van het feit dat ze punkconcerten zoals van The Kids en Stalag organiseerden, maar ook het feit dat ze het volledig zelf deden. Do-it-yourself, zelforganisatie, en dat op een rauwe, ruwe, directe, niet low, maar no-budget wijze. En dan maakt die plek eigenlijk tot misschien wel de eerste en misschien ook de laatste punkplek in Antwerpen.

Op welke manieren heeft die specifieke tijdsgeest een rol gespeeld denk je?

Punk is vooral bekend als een muziekbeweging, maar punk was meer. Punk was eigenlijk heel interdisciplinair. Het omvatte zelfgemaakte mode, grafisch ontwerp, denk aan de punk-zines die werden gefotokopieerd, maar ook performance was typisch voor punk, namelijk het eigen lichaam als werkmateriaal gebruiken Today’s Place coverde eigenlijk al die disciplines, en de grenzen tussen die disciplines waren eigenlijk heel vaag. Het is kenmerkend dat Tordoir, die een opleiding schilderkunst had genoten, zich heel sterk met dat performance-achtig bezighield om dan daarna eigenlijk in de loop van de jaren 80 terug bij de schilderkunst uit te komen, maar op een totaal onthechte manier.

Je bent zelf ook verzamelaar van archiefmateriaal. Waarom denk je dat het relevant is vandaag de dag terug te blikken op Today’s Place aan de hand van deze presentatie? 

Vandaag is het heel interessant om dit archiefmateriaal over Today’s Place, afkomstig van Narcisse Tordoir, te bekijken en te tonen.

Ten eerste omdat dat archiefmateriaal toont op welke manier kunstenaars in die periode over hun werk communiceerden. De esthetiek van dat materiaal is typisch voor de tijdsgeest. Het is zwart-wit, het is gefotokopieerd, het bevat knalrode rubberstempels. Het heeft een vrij agressieve in-the-face look & feel, die vandaag de dag in de wereld van grafische vormgeving bijvoorbeeld heel sterk terug in de mode is. Heel die DIY, niet-digitale communicatievorm, spreekt jongere generaties enorm aan.

Daarnaast zien we ook dat Today’s Place een soort kunstenaarspraktijk documenteert die kritisch, politiek, ideologisch en activistisch is. In tijden zoals vandaag, waarin alles op losse schroeven lijkt te staan en er heel veel onzekerheden zijn, en er ook een verruwing en een verrechtsing plaatsvindt in de politiek, is het heel belangrijk dat kunstenaars zien dat het mogelijk is om een stem te vormen, om een stem te verheffen, om positie in te nemen en op een hele radicale manier weerwerk te bieden. Weliswaar met artistieke middelen, maar toch op een heel duidelijke, uitgesproken wijze. En dat is wat Today’s Place deed in 1977, maar wat vandaag de dag misschien ook bijzonder actueel is.

Reindeer Werk in Today’s Place (Antwerp), 1977. Photo: Narcisse Tordoir. M HKA Archives

“Thom Puckey — Artist, ½ of Reindeer Werk ”

Kan je jezelf voorstellen?

Ik ben Thom Puckey. Ik woon in Amsterdam, maar ik ben Engels. Ik ben nu beeldhouwer en maak verschillende soorten kunstwerken, maar ik kwam naar Amsterdam als performancekunstenaar, samen met mijn vriend Dirk Larsen. We hebben elkaar ontmoet in Londen, in de Royal College of Art, in het stenen tijdperk, even kijken, dat zou 1972 geweest zijn. En toen zag ik zijn werk en hij kwam naar me toe en zei: Heb je al gehoord van die nieuwe kunstvorm die iedereen doet, die ik ook doe, het heet Live Art, Performance Art?

Samen met Dirk Larsen vormde je het performance duo Reindeer Werk. Hoe is dat tot stand gekomen en hoe zag jullie praktijk er uit?

We hadden een zeer moeilijke reputatie opgebouwd op het Royal College of Art. We waren een soort kwajongens van de school en we besloten om de school alleen als kantoor te gebruiken om shows voor onszelf buiten de school te organiseren.

Mijn moeder had veel geestelijke problemen en werd opgenomen in een psychiatrische instelling en ik ging haar om de dag bezoeken. Ik merkte dat veel mensen in het ziekenhuis zich op dezelfde manier gedroegen als wij als kunstenaars. Dat betekent dat je je gedrag heel extreem laat worden. Niet dat je de controle over je lichaam verliest, maar je lichaam lijkt een andere manier van controle aan te nemen. Ze creëren hun eigen bubbel met hun eigen gedrag, dat door normale mensen op straat als zeer schokkend wordt ervaren. In zekere zin hebben we een soortgelijke structuur opgezet toen we naar kunstcentra en plaatsen gingen om ons werk te doen, om optredens te geven. We creëerden een bubbel en er waren mensen die ernaar keken. Het creëerde een ongelooflijk soort spanning in de lucht.

We waren niet agressief, niet tegen elkaar, niet tegen het publiek, niet tegen de mensen. Maar we waren heel extreem in wat we voor en met onszelf deden.

We vonden het leuker in Nederland en België dan in Engeland, en we werden op een zwarte lijst gezet door de British Council, dus we mochten geen geld meer hebben omdat ze onze optredens in Denemarken hadden gezien en zo geschokt waren dat ze ons op de zwarte lijst hadden gezet, dus we zijn toen naar Nederland verhuist.

Hoe zijn jullie uiteindelijk bij Today’s Place gekomen? Hoe zijn die relaties ontstaan? 

In 1975 werden we uitgenodigd door Roger D’Hondt, die een bekend figuur is in België, om een performance te komen doen in zijn centrum [New Reform], in Aalst. Maar toen ze [Narcisse Tordoir en Jan Janssen] ons zagen, toen ze ons werk zagen, onze performance, klikte er blijkbaar iets en veranderde er iets, niet waar? En we vormden niet alleen een heel hechte vriendschap, maar ook een soort artistieke vriendschap, in de zin dat we ons konden identificeren met elkaars werk.

Narcisse Tordoir nodigde ons uit om een performance te komen doen in Today’s Place. Today’s Place was gestructureerd als een podium, als een collegezaal, met het podium onderaan en het oplopende deel achteraan, en Narcisse stond achteraan om op regelmatige tijdstippen foto’s te nemen van onze performance. We gooiden veel geld op de grond. We deden ons gebruikelijke optreden. En we voerden het uit op de vloer. Ik zei bijna podium, maar nee, op de vloer. Onafhankelijk van elkaar, in de zin van geen onderling contact, elkaar niet aanraken, maar met een heel stevige interactie tussen ons twee, waar we inmiddels aan gewend waren geraakt.

Ik denk dat Narcisse en de anderen het vooral goed vonden dat we de kloof tussen kunst en leven vervaagden. En dat deden zij hier ook met Today’s Place. Een soort cross-over tussen de twee dingen om te zeggen, nou ja, misschien is het wel hetzelfde. Misschien is kunst hetzelfde als leven en is leven hetzelfde als kunst en misschien zou dat altijd zo moeten zijn.

Wat was je indruk van Today’s Place?

Ik moet zeggen dat we erg onder de indruk waren van wat ze daar deden. Ze nodigden niet enkel ons uit, maar ook andere performancekunstenaars en filmmakers uit Engeland.

Ze waren een zeer drukke, zeer fantastische ondergrondse kunstruimte die afhankelijk was, die draaide op de energie, die kwam van mensen als Narcisse [Tordoir], en van Jan Janssen, van Bruna [Hautman], van Ronald [Stoops], en van de anderen. Het was hun energie, de investering van hun energie in de ruimte die het zo’n actieve plek maakte.

Ik denk dat het belangrijk is dat ervan weten, vooral omdat het lange tijd niet gekend was. Misschien is het enkel nu, wanneer je erop terugkijkt, dat dat zo geweldig was en dat we dat nooit meer zullen meemaken, of misschien kan het wel invloed hebben. Ik bedoel, kijk, we hebben iets als Today’s Place, dat zich afspeelde in een gekraakt pand, in de problemen met de politie, in de problemen met de huisbaas. Een zeer goede naam onder jonge mensen, van wie velen geen idee hadden van hedendaagse kunst, maar die zeer geïnteresseerd waren in het mengen van culturen.

Walter Van Beirendonck, Red Rabbit Virility, 1977

“Walter Van Beirendonck — Modeontwerper ”

Hoe herinnert u zich Today’s Place en hoe bent u er terecht gekomen? U bent namelijk jonger dan de rest van de groep en begon nog maar net met studeren.

Dat klopt. Ik ben vooral in de vriendenkring terecht gekomen, dat was het eerste contact. Ik ben in feite recht van het internaat naar Antwerpen gekomen naar de Academie. Dus dat was echt wel een hele grote clash, een hele grote ontdekking ook. Ik heb eerst een voorbereidend jaar gedaan, voordat ik begon met de modeopleiding, en in dat jaar ben ik in contact gekomen met Narcisse. Hij kwam een proefles geven in de klas waar ik zat. En ik had een doosje met materiaal en daar waren allemaal foto’s van Bowie opgeplakt. En dat was echt ons contact, David Bowie. Ik ben dan heel goed bevriend geraakt met Narcisse en Bruna [Hautman]. Ik weet ook dat net wanneer Today’s Place gestart is, we samen naar de Biënnale op reis zijn geweest. Ze hebben mij dus ook een beetje mee de kunstwereld doen leren kennen.

In de archiefpresentatie zijn beelden van jou te zien die ook getoond werden in Today’s Place. Kan je hier wat meer over vertellen?

Ik heb op een bepaald moment, ik weet zelfs niet waarom, het idee gehad van, ik ga toch zelf ook een performance maken. Rabbit Virility was de naam. Het is een beetje gebaseerd op een trauma van mij. Ik heb dan een soort van performance gedaan waar ik met twee echte konijnen, maar ook met een dood konijn, een aantal beelden ben beginnen maken. Die zijn letterlijk gemaakt met een zelfontspanner in de spuitcabine van mijn ouders in de garage. Het was een heel rare setting, maar ik deed heel graag van die creatieve dingen. Ik vond dat heel boeiend om te doen, die setting, die enscenering, de make-up. Alles had ik zelf gedaan, dus dat was een totaal concept. Op een bepaald moment heeft Narcisse dat dan gezien, en dan heeft hij gezegd, ja dat zou toch wel super zijn dat we dat kunnen projecteren. Ik heb dan toegezegd maar met heel veel stress, want ik voelde me niet direct zo…ik had ook niet de ambitie om een kunstenaar te worden, ik was nog altijd met die mode bezig. En na de projectie kwamen er plots vragen en ik was er ook helemaal niet klaar voor, dus dat was een heel raar moment. En ik heb dan gewoon gezegd ‘no comment’.

Je was dus al voornamelijk met mode bezig. In hoeverre was mode een onderdeel van Today’s Place en de mensen die er aanwezig waren?

Op een of andere manier was ook heel die groep enorm bezig met kleding en met mode. En we hadden natuurlijk het fenomeen Bowie en ook een aantal artiesten op dat moment die enorm tot de verbeelding spraken met hun kleding.

Ronald maakte letterlijk plastieken broeken in die periode, dus die werden dan gedragen door ons. Dirk [Van Saene] had zo’n broek van Ronald. Samen met Bruna hadden wij ook een fabrikant gevonden van truien. Daar lieten we enorm grote truien maken, uitvergrote dingen. Met zo’n dingen waren we ook bezig want wij vonden dat ook een stuk van heel dat avontuur, dat avontuur van kunst, muziek en mode. Dat was echt iets dat heel erg in elkaar ook, ja, verweven was.

Wat is jou het meest bijgebleven en waarom is dit vandaag relevant?  

Ik vond vooral de impact en wat je te zien kreeg dat soms wel heftig was. Dat was vooral, denk ik, wat er mij het meeste is blijven hangen ook. Dat het echt wel keihard was, soms.

Today’s Place was een onderdeel in die jaren van mijn ontwikkeling en mijn ontdekking. En natuurlijk was het fantastisch om te zien hoe je met weinig middelen, met heel veel ambitie, dingen kon opzetten. Dat was een ongelooflijke dynamische groep van mensen ook en dat heeft mij dan zeker vast ook op die manier op een vriendschappelijke manier getekend door al die mensen te leren kennen, maar dat heeft mij ook natuurlijk de kracht gegeven van door te gaan, dat heeft mij enorm gestimuleerd en gemotiveerd.

Ik denk dat het gewoon belangrijk is dat mensen en jonge mensen weten over momenten dat er zo’n dingen konden gebeuren en over een bepaalde vrijheid, want uiteindelijk gaat het vooral over een vrijheid. Het gaat over een ambitie van een aantal jonge mensen die zelf ook hun toekomst wouden maken, of die er echt voor wouden gaan en dat is ook een energie die enorm fascinerend is voor jonge mensen.

Dus het is denk ik heel goed dat het hier fysiek aanwezig is en dat dat mensen kan inspireren en kan motiveren om er toch voor te gaan.

Photos, Today’s Place, 1978. M HKA Archives

“Ronald Stoops — Fotograaf ”

Hoe ben je in de eerste plaats in Antwerpen terecht gekomen?

Ik woonde eigenlijk in Londen en ik had een winkel in Den Haag, samen met nog vrienden van mij. En zo zijn we regelmatig in Antwerpen kleren komen kopen bij het Leger des Heils. Op nieuwjaar ben ik hier komen vieren en ben ik een vrouw tegengekomen, en ik ben daar na een half jaar bij ingetrokken. En die woonde in Antwerpen, zodoende woonde ik in Antwerpen.

Zo ben ik heel veel mensen tegengekomen eigenlijk, allemaal van de academie. We kwamen allemaal in café De Skipper, daar gingen we pingpongen en pinten pakken.

Wat was jouw rol binnen Today’s Place?

Ik deed vooral de muziek. Reggae muziek draaiden wij veel. Jacques Chapon, ken je die? Die heeft de eerste Reggae plaat in Antwerpen geïntroduceerd. Die ging naar Jamaica en haalde daar platen. Dat werd heel veel gedaan. Mensen van die Antwerpen gingen allemaal naar Jamaica. Platen kopen en uitgaan.

Ik stond dan te spelen en er stonden bakken bier die je kon kopen. We hebben nooit winst gemaakt volgens mij. Dat was echt puur om mensen te entertainen, op een andere manier. We moesten op een gegeven moment wel inkom vragen omdat de politie dat had geëist. Dus wat deden wij? Je moest lid worden, maar voor dat lidgeld kreeg je dan ook weer gratis drank. Dus dat was een nul operatie. Maar dat was de bedoeling. We wilden helemaal geen geld verdienen. We wilden de mensen gewoon een goede tijd laten beleven en iets anders laten voelen. Iets wat ze niet kenden.

Het was helemaal anders dan alle andere plekken. Het was geen café, het was geen discotheek. Het was gewoon een plaats waar harde muziek werd gespeeld en je kon daar smoren, je kon daar naar buiten gaan. Er stond geen portier aan de deur. Niks. Het was echt meer een plaats waar je mensen kon leren kennen die in een bepaalde atmosfeer dachten, een beetje alternatief, jong.

Het was een witte plaats. Dat was ook wel mooi. Wit. TL’s aan de muur, dat was echt nieuw en er was geen gezellige sfeer geschept, dat was ook de bedoeling. Niet dat er zo zwaar over nagedacht werd hoor, dat was helemaal niet zo conceptueel, maar zo was het wel en dat trok blijkbaar aan.

Je zegt dat je de vooral de muziek verzorgde in Today’s Place. Wanneer is je interesse voor fotografie dan ontstaan?  

Ik ben begonnen door Walter. Walter zei op een gegeven moment, we hebben fotografen nodig, maar wij hebben geen fotografen. En zo had ik direct werk. Ik zeg oké. Toentertijd was dat een beschermd beroep. Dus je moest een diploma hebben. Ik ben dan avondschool gaan doen. Die leraren konden er niet mee lachen toen ik al voor de boekjes werkte. Ik zeg: ‘Kijk, dit heb ik allemaal gedaan.’ Die vonden het allemaal niet goed. Het is wel grappig. Dus ja, ik ben eigenlijk via Walter begonnen.

Today’s Place is nog te bezoeken in M HKA tot 11 mei 2025. De presentatie kwam tot stand in nauwe samenwerking met kunstenaar Narcisse Tordoir, wiens archief M HKA met veel dank mocht ontvangen. 


wiki 2686677156